Weer en meer
Één van de vaste vragen die reizigers naar Antarctica steevast wordt gesteld door de andersdenkende medemens is wat men toch te zoeken heeft in die kou. Welnu, laten we even een misverstand uit de wereld helpen over het Antarctica dat wij bezoeken.
Vergis je niet: het continent is meedogenloos, ruig en koud. Zeer koud, zelfs. De laagste temperatuur ooit gemeten hier en waar dan ook ter wereld was, als ik mij niet vergis, iets in de buurt van de -94 graden Celsius. It giet oan (pardon my Frisian), mag je dan met een gerust hart zeggen. Wij bewegen ons echter voort rondom het Antarctisch Schiereiland, het slurfje dat boven het continent uitsteekt. Vanwege deze relatief noordelijke ligging is dit niet alleen het meest vruchtbare en levendige gedeelte van Antarctica, maar kent het in de zomer (dus onze winter) een klimaat waar je nou niet meteen in de Eskimostand hoeft te schieten. De beelden van horizontale sneeuwstormen, snijdende kou en dichte groepen pinguïns die zich gezamenlijk tegen de elementen proberen te beschermen en die zo beroemd zijn uit de verschillende natuurdocumentaires zul je hier zeer waarschijnlijk niet tegenkomen.
Één van de meest gemaakte fouten bij het inpakken van de koffer is dan ook dat deze tot de nok toe wordt gevuld met thermokleding en andere superhippe en splinternieuwe winterbewapening, maar dat je er halverwege achter komt dat je daar een overvloed aan hebt terwijl je gewone, prettig zittende vrijetijdskleding te kort komt. Wat je niet moet vergeten is dat je tijdens expedities ook veel tijd doorbrengt in de lounge van de Plancius, alwaar een alleszins vriendelijk klimaat heerst en waar je na een dag skibroeken en drielaags winterjassen graag in een spijkerbroek en trui vertoeft.
Wij hebben tot nu toe nog geen dag meegemaakt met temperaturen onder nul en ook harde wind hebben we nog niet gevoeld. Wel was het overwegend bewolkt en regende het zowaar vandaag een uurtje vrij stevig, maar Antarctica heeft z’n tanden nog niet echt laten zien en onze uitrusting is dan ook nog niet aan een zware test onderworpen. We weten echter inmiddels dat we ons op de Drake Passage, die ons vanaf overmorgen wacht, wel schrap mogen gaan zetten, dus wie weet krijgen we dan toch nog een inkijkje in hoe het ook kan zijn. We hopen er bijna op en zijn voorbereid.
Vandaag stond er een tweede continentale landing op het programma (bij de pinguïnkolonie in het prachtige Neko Harbour) en stapte de groep vanmiddag in de zodiac van Hans voor een cruise door een baai die bekend staat om haar grote aantallen walvissen. De status van de plek, rondom Enterprise Island, werd volop bevestigd want we zagen vrijwel constant (vooral) Bultruggen. Dat er enkele dieren zo vriendelijk waren om tijdens onze zodiactocht hun befaamde “breach” tentoon te spreiden was werkelijk “de max”, zoals onze Vlaamse reisgenoten dat zo toepasselijk plegen te zeggen. Het was voor velen een droom om die sprongen eens in het echt te aanschouwen en het was werkelijk een indrukwekkend en imposant gezicht. Verder bezochten we nog een wrak van een vergaan Noors walvisvaardersschip uit 1915 en zagen de meeste groepsleden hun eerste Snow Petrels; de heilige graal onder de vogels van Antarctica!
Het is bijna niet te geloven, maar morgen staat alweer de laatste landing van de reis op het programma. Expeditieleider David had echter wel een verrassing voor ons in petto, want we gaan proberen een bestemming te bereiken die bij velen (in ieder geval bij mij) hoog op het Antarctisch verlanglijstje staat maar die niet in het oorspronkelijke programma stond opgenomen: de ondergelopen vulkaankrater van Deception Island! Fingers crossed, want in Antarctica is niets zeker tot het daadwerkelijk is gedaan.
Vanaf de Plancius,
Martijn Bot
Vorige blogentry – volgende blogentry
Zelf een keer een expeditiecruise meemaken?
Kijk op PolarXL voor heel veel mooie en bijzondere cruises.
Er zijn ook expeditiecruises zónder sneeuw en ijs:
Bekijk de West Africa Pelagic