Woensdag 27 april
Na de geslaagde korte middagexcursie van gisteren stond ons vizier vandaag gericht op de rest: zo veel mogelijk van de andere soorten die op de Kaapverden voorkomen, zien.
Vogelen op de Kaapverden is op papier simpel: heel veel soorten zijn er niet te zien, als je dertig soorten ziet, heb je het hele eiland wel zo’n beetje leeggevogeld.
De praktijk is wat weerbarstiger: een aantal van die soorten is zeer zeldzaam, soms maar een enkel individu. Gelukkig heeft het voorbereidende werk dat Ineziagids Ab Steenvoorden afgelopen september heeft gedaan op de Kaapverden zijn vruchten afgeworpen. We hebben een goede lokale gids en we hebben de goede plekken.
Na een goed ontbijt staat ons vervoer al op ons te wachten om ons naar de eerste plek te brengen, een semi-woestijn aan de oostkant van het eiland. De vogels werken mee en een uurtje later zijn we al Rosse Woestijnleeuwerik, Witkruinvinkleeuwerik, Kaapverdische Mus, Witbandleeuwerik en Renvogel rijker.
De volgende plek is eigenlijk niet meer dan een korte stop bij de botanische tuin op zoek naar Zwartkop (ondersoort (ik maak geen grap): heineken) en Kaapverdische Rietzanger. Beide vogels laten zich snel zien, samen met de lokale ondersoort van Brilgrasmus, dus op naar de lunch.
Hoog in de bergen ligt ons restaurant, met uitzicht op de omringende bergtoppen, het perfecte habitat voor de Kaapverden ondersoort van Buizerd, een vogel die maar zelden gezien wordt.
Tijdens het eten komen we niet verder dan Zwartkop en de geïntroduceerde Sint Helenafazantjes, maar na de maaltijd vinden we toch een Buizerd. In de verte, dat wel, maar onmiskenbaar.
De laatste stop dan maar, het befaamde stuwmeer. Belangrijkste soort hier is de Kaapverden Purperreiger. Volgens sommigen een aparte soort, volgens sommigen een ondersoort, maar erg zeldzaam. Schreef ik gisteren nog dat de hele wereldpopulatie van deze soort in één boom zou broeden, bleek vandaag dat de situatie veranderd was. Verbeterd zelfs. Van slechts een handvol individuen is de populatie gegroeid naar inmiddels meer dan 100 exemplaren. Dat geeft moed voor de toekomst!
Een wandeling rond het stuwmeer produceerde overigens nog wel het nodige leuks: Zwarte Reiger, Middelste Zilverreiger, Zwarte Ibis, Amerikaanse Oeverloper, Kwak en Westelijke Rifreiger om maar een paar soorten te noemen.
Afsluiter van de dag is dan weer een lokale ondersoort, ditmaal van Kerkuil. Zijn onze Kerkuilen vrij bleek, die op de Kaapverden zijn zeer donker. Ook hier geldt: volgens sommigen is het een aparte soort, volgens anderen een ondersoort. Hoe het ook zij: we hebben de Kerkuil gezien. En inderdaad, het dier was zeer donker.
Voor morgen staat nog een laatste (niet vogel)excursie op het programma, voor we aan boord gaan van de Plancius voor de West Africa Pelagic, helemaal naar Madeira!
Vanuit Praia op de Kaapverden,
Pieter van der Luit
Vorige blogentry – volgende blogentry