Woensdag 4 mei
Tussen de Canarische Eilanden en Madeira liggen twee eilanden; Selvagem Pequena en Selvagem Grande. Letterlijk vertaald “de kleine wilde” en “de grote wilde”.
Selvagem Pequena zijn twee hele kleine eilandjes met één enkele heuvel en heel veel broedende vogels. Aan land gaan is niet toegestaan, maar het zou ook niet verstandig zijn, want al die broedende vogels hebben hun nest in holen in de grond en met elke stap heb je ofwel het risico in zo’n gat te stappen en je enkel te breken, ofwel een broedende vogel te vertrappen, twee zaken die we beiden niet zouden willen.
Vroeg in de ochtend heeft de kapitein het schip op een kilometer van het eiland gepositioneerd en hebben we goed zicht op het geheel. We hebben vandaag meer dan voldoende tijd om een zodiaccruise te doen, maar we besluiten dat niet hier te doen, omdat de de wind weliswaar meevalt, maar de deining toch wel redelijk pittig is. Wellicht dat we bij Selvagem Grande, dat een stuk groter en hoger is, meer kans hebben, ook al omdat we daar zeker wat windschaduw zullen vinden.
Op Selvagem Grande wonen permanent twee natuurwachters die een oogje in het zeil houden en de vogels onderzoeken, ringen en tellen. Het plan is om deze natuurwachters uit te nodigen om bij ons aan boord te komen, maar vooralsnog lukt het niet om contact te krijgen via de mobilofoon, we zullen eerst wat dichterbij moeten komen.
Helaas, ook als we binnen de range van de mobilofoon zitten, lukt het niet om de wachters te spreken, wellicht zijn ze in het veld aan het werk. De kapitein heeft een even simpele als brute oplossing om onze komst te laten weten: de scheepshoorn. Het bovendek staat vol met vogelaars en zonder enige waarschuwing vooraf drukt de kapitein op de scheepshoorn. Die is luid, erg luid. En als ik zeg erg luid, dan bedoel ik eigenlijk nog luider dan je je kunt voorstellen. Ter vergelijking: ga op 3 meter voor een trein staan en vraag de machinist even om 10 seconden onafgebroken te toeteren. Zo luid dus. Veel mensen op het bovendek schrikken zich ongans en iedereen grijpt meteen naar zijn oren om het geluid te dempen.
Positief kantje aan deze vage actie: we krijgen contact.
De twee wachters, Marco en Carlos, gaan meteen in op onze uitnodiging en vragen of wij hen kunnen komen ophalen met de zodiac. Met een kleine afvaardiging (de expeditieleider, de charteraar (ikzelf), de zodiacdriver en een tolk) gaan we op pad. Landen op Selvagem Grande is niet toegestaan helaas, althans niet zonder uitnodiging van de wachters, dus in het piepkleine, natuurlijke haventje manoeuvreert Ineziagids Ab Steenvoorden die de zodiac bestuurt naar de slipway, en direct springen de heren aan boord. Het geheel heeft nog geen tien seconden geduurd en weg zijn we weer.
Onderweg naar de Plancius probeert de tolk meteen om een uitnodiging tot landen te ontlokken. Dat lukt vrij eenvoudig, de heren zijn blij met wat gezelschap, maar vooral trots op hun werk dat ze graag willen laten zien. Eerst lunchen aan boord, dan mogen we aan land.
Tijdens de lunch begint de wind echter iets aan te trekken en wordt besloten dat het te gevaarlijk is om te gaan landen. Erg jammer, want drie jaar geleden lukte het ook al niet om hier aan land te gaan. Wat wel lukt, is een zodiaccruise rond het eiland. In twee groepen varen we de langs de kustlijn om een blik van dichtbij te werpen op Selvagem Grande. Heel veel soorten zien we niet, want hoewel er meer dan 100.000 vogels broeden op het eiland, zitten die ofwel op een nest onder de grond, of op zee. Wel zien we veel Portugese Oorlogsschepen, wat Berthelots Piepers, Boeren- en Huiszwaluwen, een Ooievaar, twee buizerds en enorm veel Kuhls Pijlstormvogels.
De wind blijft aantrekken en tegen de tijd dat de tweede groep terug aan boord komt, zijn de passagiers behoorlijk nat van het buiswater, maar heeft iedereen een goede zodiaccruise gehad. Wat nog wel even moet gebeuren is het terugbrengen van de wachters naar het eiland. Met een kleine delegatie gaan we op weg. En meteen krijgen we een flinke stoot water over ons heen. Drijfnat komen we aan bij de slipway waar de deining flink tekeergaat. De expeditieleider heeft de juiste beslissing genomen door de landing af te blazen, want ook de wachters, die zelf toch regelmatig vanuit hun eigen zodiac hier aan land gaan, hebben moeite om weer veilig aan land te komen.
Terug aan boord van de Plancius is het bijna 6 uur in de avond, 8 uur Nederlandse tijd. Omdat het vandaag 4 mei is, hebben we de gelegenheid gecreëerd om op het achterdek aan de dodenherdenking deel te nemen. Om 6 uur staan ongeveer 25 mensen twee minuten stil achterop het schip. Met de Nederlandse vlag wapperend achter het schip en zich op Selvagem Grande met duizenden vliegende Kuhls Pijlstormvogels, geeft het een bijzondere en serene sfeer die door de aanwezigen als bijzonder moment zeer gewaardeerd wordt.
De Filipijnse kok die geen idee heeft van het waarom van ons samenzijn en er nogal onbeholpen doorheen loopt, verandert daar niets aan.
Vanaf de Selvagem Grande,
Pieter van der Luit
Vorige blogentry – volgende blogentry