Dag 37: Wind in de rug
Hortend en stotend, rollend, stampend en gierend, bonkend en alle losse huisraad (vuilnisemmertjes, servies, niet-vastgesjorde rugzakken) in het rond vliegend – afgelopen nacht raakten we de rand van de storm die we probeerden te ontwijken met onze westelijke koers. Meer en meer mensen namen hun slaapspullen op om in de lounge te gaan slapen: de kleine kajuitjes op de onderste twee dekken zijn warm, klein en ruiken wat muf, hetgeen claustrofobische neigingen oproept bij sommigen.
Zelf lag ik in mijn eentje op de kamer maar heb ik vanwege het extreme gerol maximaal drie uur slaap kunnen pakken. Het goede van zo’n storm is wel dat, als hij eenmaal afzwakt, je het gevoel hebt dat het ergste voorbij is. En het tweede voordeel is de aantallen zeevogels die achter het schip hangen. De hele dag zijn we vergezeld door tientallen albatrossen, waaronder meer dan 10 reuzen: de (Snowy en Tristan) wandering Albatross, en ook continu Sooty Albatrosses (eergisteren nog nieuw), waarvan eenmaal zelfs een groepje van negen langszij kwam zetten. Deze albatros is helemaal chocoladekleurig, met een gele zijsnavel en een wit wenkbrauwtje, en de vleugels zijn relatief smal en puntig, zodat je ze met het blote oog op grote afstand al herkent. Een erg fraaie soort, waarvan we bij de stranding in South Georgia al vreesden dat we ‘m gingen missen deze trip.
We waren ook zeer in onze nopjes met de zgn. Pterodroma’s, de wetenschappelijke naam van en groep extreem variabele vliegers, met hoge bogen dan weer boven de horizon uitkomend en het volgende moment verdwijnend in de (vandaag hele diepe) golfdalen. Kerguelen Petrel, Soft-plumaged Petrel, Great-winged Petrel en Atlantic Petrels – en voor de Britten (mazzelaars, maar ook gewoon heel scherp en heel ervaren) een donkere fase Trindade Petrel. Deze laatste soort broedt slechts op enkele eilandjes voor de kust van Brazilië en vanwege zijn lokale voorkomen wordt hij slechts zelden door vogelaars gezien; er zijn nauwelijks vaarroutes die door zijn verspreidingsgebied lopen. Toen enkele dagen geleden duidelijk werd dat we richting Montevideo zouden varen, was dit de soort die sommigen voorzichtigjes noemden als mogelijkheid……vanavond toonde de bekende zeevogelaar en medeopvarende Bob Flood ons wat video’tjes die hij ooit van Trindade Petrels maakte, dus nu zijn we helemaal voorbereid.
Een ander hoogtepuntje was de club Grienden (Long-finned Pilot Whales, c. 4m grote zwarte bolkoppige walvissen) die ineens door de hoge golven heenbraken en op snelheid richting de achterzijde van het schip zwommen. Paniek alom, want walvissen zijn nog altijd geliefder dan vogels – maar even snel als ze verschenen waren ze verdwenen. Misschien hadden ze door dat ze onze snelheid niet konden bijbenen: dolfijnen die dat wel kunnen, zoals eerder in de reis de Zandloperdolfijnen (Hourglass Dolphin), blijven vaak speels enkele minuten wedstrijdzwemmend onder de boeg hangen en laten zich daarbij vaak erg goed zien.
Het ornithologisch hoogtepuntje, althans de enige nieuwe soort voor mij , was het Grijsrugstormvogeltje, ook al zo’n extreem lokaal dingetje. Nou zijn stormvogeltjes al enorm kleine frutsels, waarvan je je afvraagt hoe ze zich staande houden tussen die enorme golven en al die andere, veel grotere zeevogels, maar het piepkleine Grijsrugstormvogeltje (16 cm) slaat qua formaat alles. Zijn overwegend grijze kleur maakt ook nog eens dat je hem tegen de achtergrond van hoge grijze golven slecht terugvindt, dus het duurde even voordat de meeste vogelaars een exemplaar hadden gezien.
Op een zeker moment fladderde er eentje rond een aantal op het water drijvende albatrossen – ik was even bang dat ‘ie als tussendoortje in een albatrossenmaag zou verdwijnen! Waar al die zeevogels van leven is me trouwens een raadsel; al die albatrossen worden tientallen jaren oud (als ze niet sneuvelen door de longline-visserij), en ze hangen soms letterlijk dagenlang achter het schip, maar je ziet ze nooit wat eten. Het wordt hoog tijd dat we wat vissenkoppen overboord zetten…
Ondertussen hebben we zowel de wind als de golven in de rug, en zitten we op koers om over een paar dagen Montevideo binnen te varen.
Waarnemingen: 25 Sooty Albatross (de grootste groep negen bij elkaar!), 2 Tristan Albatross, 5 Snowy Albatross, c. 5 ongedetermineerde Wandering Albatross (waaronder een verse chocoladebruine juveniel), c. 40 Wenkbrauwalbatros, 8 Grijskopalbatros, 3 Zuidelijke Reuzenstormvogel, 5 Noordelijke Reuzenstormvogel, 6 Grote Pijlstormvogels (gisteren ook zoiets), 2 Grauwe Pijlstormvogels, 4 Subantarctische Kleine Pijlstormvogels, 3 Great-winged Petrel, 1 donkere fase Trindade Petrel, c. 35 Atlantic Petrel, c. 30 Witkinstormvogels (White-chinned Petrels), 10 Kerguelen Petrel, c. 120 Donsstormvogel (Soft-plumaged Petrel), 3 Grey Petrel, 10 Black-bellied Stormpetrel, 10 Wilson’s Stormvogeltjes, 3 Grey-backed Stormpetrels, c. 20 Antarctic Prions, c. 250 ongedetermineerde prions, 1 Koereiger (in een doos), 6 Subantarctic Brown Skuas.
En een groep van ongeveer 30 Grienden (Long-finned Pilot Whales). De Engelsen hadden ’s ochtends nog een man Orca die achter het schip één keer bovenkwam – maar toen zaten wij nog aan het ontbijt…..
Vanaf de Ushuaia op 45°37” Zuiderbreedte, 55°01” Westerlengte
Remco Hofland
DE LAATSTE UPDATES VANUIT SOUTH GEORGIA